
Hoe het spannend wordt op het laagspanningsnet
Deel 3: Het doemscenario
door Rick van Koppen
In het vorige delen in deze blog-reeks (lees hier en hier), werd al geschetst dat er spanningsknelpunten ontstaan in het laagspanningsnet en wat de netbeheerder en klanten daaraan kunnen doen. Het effect hiervan was met name afschakelende omvormers bij overspanning of (tijdelijk) uitvallende apparatuur bij onderspanning.
Inmiddels zijn we een aantal maanden verder en is de Probleemanalyse congestie in het laagspanningsnet gepubliceerd. In deze analyse wordt het geschetste beeld over spanningsknelpunten onderschreven en wordt de uitdaging van capaciteitsknelpunten besproken. Een capaciteitsknelpunt leidt tot overbelasting van componenten. Door overbelasting vallen deze componenten op termijn uit waardoor storingen ontstaan – oftewel – geen stroom voor een (gedeelte van) een buurt. Deze storing kan soms binnen enkele uren opgelost worden, maar zal bij aanhoudende storingen vele malen langer duren om op te lossen aangezien verzwaring van kabels en transformatoren dan nodig is.
De oplossingen voor capaciteitsknelpunten zijn hetzelfde als voor spanningsknelpunten, namelijk het netwerk verzwaren door de netbeheerder of het aanpassen van de vraag vanuit de klant. We weten echter inmiddels dat de netbeheerders een maakbaarheidsprobleem hebben en dat verzwaren dus niet overal op tijd gaat gebeuren, soms zelfs vele jaren te laat. Ook gedragsverandering van consumenten laten over het algemeen lang op zich wachten, dus de vraag aanpassen door ander gedrag van de klant is ook niet het gouden ei.
De enige opties die nog overblijven, als de vraag blijft toenemen maar niet bediend kan worden, is die groeiende vraag proberen selectief te verminderen of geheel te stoppen.
Het selectief verminderen van de vraag
Bij selectief verminderen van de vraag hebben we het over het uitzetten of beperken van specifieke apparaten op specifieke momenten. Recentelijk heeft Stedin in dit kader de oproep gedaan om elektrische auto's niet meer op te laden tussen 16.00 en 21.00 uur (NOS artikel). Dit concept kan echter ook op andere type apparaten worden toegepast met een grote vermogensvraag zoals warmtepompen of elektrische boilers.
Bij zulke onconventionele maatregelen moet wel altijd goed gekeken naar waar en wanneer het toepassen ervan nuttig en de impact noodzakelijk is. Dit betekent dat veel beter inzichtelijk moet worden waar wanneer welke capaciteit nodig is om vervolgens slechts de vraag met deze hoeveelheid te verlagen. Dit vraagt van de netbeheerder meer transparantie en sturing(signalen) richting partijen die de vraag daadwerkelijk kunnen reduceren. Een financiële prikkel zou daarbij aan te raden zijn. Tegelijkertijd heeft deze oplossing in bijna alle gevallen een minder grote impact dan het alternatief, het stoppen van de groeiende vraag. Daarmee zou dit ook de voorkeursroute moeten zijn (na verzwaren en aanpassen van gedrag).
Het geheel stoppen van de groeiende vraag
Het stoppen van de groeiende vraag betekent het niet langer accepteren van nieuwe aanvragen of verzwaringen. Dit kennen we ook wel als netcongestie. Netcongestie kennen we ook al op het hoog- en middenspanningsniveau, waar dit al op zeer veel plaatsen is afgekondigd. Op al die plaatsen kan capaciteit nu al niet meer toegekend worden aan klanten. Met de verwachte veranderingen in netcodes zullen netbeheerders op deze plaatsen ook niet meer verplicht worden om snel aansluitingen te realiseren, voor zolang er congestie is.
Eenzelfde netcongestie op de laagspanningsnetten wordt steeds waarschijnlijker door het groeiend aantal capaciteitsknelpunten. Naast de knelpunten op het laagspanningsvlak kan dit overigens ook komen door netcongestie op de bovenliggende netvlakken, die naar beneden ‘cascadeert’.
Netcongestie in de laagspanning houdt voor klanten in dat er geen nieuwe aansluitingen meer gerealiseerd kunnen worden en dat bestaande aansluitingen niet langer verzwaard kunnen worden. Dit kan verstrekkende gevolgen hebben voor een buurt waar dit optreedt. Een paar voorbeelden zijn van deze gevolgen zijn:
-
Nieuwbouwwoningen kunnen wel gebouwd worden, maar krijgen geen elektriciteitsaansluiting;
-
Publieke laadpalen kunnen niet meer worden aangesloten;
-
Verduurzaming van huizen vertraagt omdat warmtepompen niet van voldoende elektriciteit worden voorzien; en/of
-
Nieuwe utiliteiten met publiek belang zoals scholen, supermarkten en huisartsencentra krijgen geen elektriciteit meer.
Het bovenstaande doemscenario kan nu nog als een ver toekomstbeeld aanvoelen. Netcongestie binnen de laagspanning is echter op de korte termijn (binnen één à twee jaar) zeker reëel te noemen. Daarmee is het noodzaak om nu al voorbereidingen te treffen op deze situatie.
In een volgende blog zullen we de oplossingsrichtingen schetsen, maar wil je nu al meer weten? Neem contact op met Rick van Koppen.