De energie-infrastructuur van ov voor het laden van bussen en het rijden van metro’s en trams biedt kansen voor meervoudige benutting. Zoals laadinfrastructuur van bussen beschikbaar te stellen voor andere partijen of andere partijen aan te sluiten op elektriciteitsnetten van ov. Dit kan helpen netcongestie te verlichten, sneller laadinfrastructuur beschikbaar te hebben en kan helpen de druk op beschikbare (openbare) ruimte te verlichten.  

De Vervoerregio is zich bewust dat het delen van restcapaciteit van nutsvoorzieningen kan bijdragen aan het versnellen van de energietransitie. Daarom heeft zij besloten hier beleid over uit te werken, zodat ov-partijen duidelijk richting krijgen om aan de slag te gaan met het delen van energie-infrastructuur. Rogier – in zijn rol als Kwartiermaker Duurzame Energie – kreeg de opdracht om dit beleid uit te werken.  

De mogelijkheden en limieten van het delen van energie-infrastructuur van ov zijn opgehaald voor het vormen van beleid. Dit betreft niet alleen de stakeholders in het ov, maar ook de netbeheerders en concessieverleners. De opzet voor het beleid is vervolgens met verschillende stakeholders getoetst en daarna verwerkt tot een beleidslijn en ingebracht in het bestuurlijk traject.  

De beleidslijn ‘Delen van Energie-infrastructuur’ is op 3 oktober 2024 vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio Amsterdam. Het document is hier te vinden. Hiermee geeft de Vervoerregio duidelijkheid over wat haar ambities zijn rondom het delen van energie-infrastructuur. Dit geeft vervoerders inzicht in de mogelijkheden. De Vervoerregio gaat in overleg met de verschillende concessiehouders om tot implementatie van de beleidslijn te komen. Dit alles om een positieve maatschappelijke bijdrage te leveren aan het mobiliteitssysteem en de regio.